Leerlijn 29: Vormleer
- Bij het bekijken van en het handelen met voorwerpen termen als ‘vorm, recht, rond, gebogen (krom), gebroken, effen (vlak, plat, glad), rand, hoek, oppervlak, vlak, lijn, punt, lijnstuk, rechte …’ correct gebruiken (wsa, blz. 26)
- Punten, rechten en lijnstukken tekenen (wsa, blz. 12, oef. 3)
- Het begrip ‘hoek’ ervaren, ontdekken en herkennen door zich te bewegen in de ruimte, door te kijken naar en te handelen met voorwerpen en meetkundige figuren en die ervaringen te verwoorden
- De begrippen hoek, hoekpunt, benen correct hanteren (wsc, blz. 28, oef. 1 en 2)
- Rechte, stompe en scherpe hoeken herkennen en benoemen (wsc, blz. 28, oef. 3)
- De termen ‘zijde, overstaande zijde(n), omtrek, hoogte, basis’ correct gebruiken (wsb, blz. 32, oef. 2)
- Vierkant, rechthoek, driehoek, cirkel ... globaal herkennen en benoemen (wsb, blz. 31, oef. 4)
- De termen ‘rond, driehoekig, vierhoekig …’ gebruiken
- Vlakke figuren vergelijken en classificeren volgens zelfgekozen kenmerken
- Vierkanten, rechthoeken en driehoeken construeren door te vouwen, te prikken, te knippen, te tekenen, te scheuren, te omlijnen, te leggen …
- Vierhoeken vergelijken volgens de eigenschappen van zijden en hoeken
- De eigenschappen van de zijden en de hoeken van een vierkant en van een rechthoek onderzoeken en verwoorden (wsd, blz. 42, oef. 3)
- Meetkundige vormen globaal onderzoeken en herkennen door te kijken naar en te handelen met voorwerpen uit de omgeving en daarbij termen als ‘plat, recht, rond, gebogen, hoekig …, kubus, balk, bol, ei …’ gebruiken (wsb, blz. 32, oef. 1)
- Bij tekenopdrachten een efficiënte werkwijze en geschikte hulpmiddelen kiezen en gebruiken
ict-ideeën
Software
GeoEnZo
GeoGebra
Oefensites
Vlakke figuren tekenen
Eindtermen
Eindtermen voor het gewoon basisonderwijs en ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon basisonderwijs, types 1, 2, 7, 8
De leerlingen
1. hebben een positieve houding tegenover ict en zijn bereid ict te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
2. gebruiken ict op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
3. kunnen zelfstandig oefenen in een door ict ondersteunde leeromgeving.
4. kunnen zelfstandig leren in een door ict ondersteunde leeromgeving.
Eindtermen voor het gewoon basisonderwijs en ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon basisonderwijs, types 1, 2, 7, 8
De leerlingen
1. hebben een positieve houding tegenover ict en zijn bereid ict te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
2. gebruiken ict op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
3. kunnen zelfstandig oefenen in een door ict ondersteunde leeromgeving.
4. kunnen zelfstandig leren in een door ict ondersteunde leeromgeving.