Leerlijn 26: Geld
- Weten dat geld een ruilmiddel is
- Beseffen dat dingen een verschillende waarde hebben en daar rekening mee houden in ruilsituaties
- Benaderende prijzen van zaken binnen de eigen interessesfeer kennen (wsa, blz. 25, oef. 1)
- Begrippen als ‘duur, goedkoop, duurder, goedkoper, kosten, betalen, kopen, verkopen ...’ kennen en gebruiken
- Weten dat een geldwaarde uitgedrukt kan worden in euro en daarvan afgeleide maateenheden
- De termen ‘geld, waarde, prijs, euro, cent …’ kennen en gebruiken (wsa, blz. 17)
- Ervaren dat waarde en kostprijs relatieve en subjectieve begrippen zijn
- De in omloop zijnde muntstukken en bankbiljetten onderscheiden en benoemen: 1, 2, 5, 10, 20 en 50 cent, 1, 2, 5, 10, 20, 50 en 100 euro (wsb, blz. 18, oef. 1)
- De verbanden tussen die munten en biljetten kennen (wsc, blz. 56, oef. 1)
- Die munten en biljetten gebruiken om te betalen, te wisselen, terug te geven (op twee manieren: door af te trekken of door te tellen) en na te tellen (wsc, blz. 39, oef. 2)
- Eenzelfde bedrag op verschillende manieren betalen
- De symbolen € en EUR lezen en noteren (wsb, blz. 62, oef. 1)
- Prijzen in euro met twee cijfers na de komma lezen, bv. 20,15 euro als ‘20 euro 15 cent’ (wsc, blz. 38, oef. 1)
- Kassabonnen en prijslijsten lezen
- Bewerkingen met geld (gehele waarden) uitvoeren
- Vraagstukken over geldwaarden oplossen
ict-ideeën
Oefensites
Betalen
Spaarpot
Teruggeven
Wisselgeld
Eindtermen
Eindtermen voor het gewoon basisonderwijs en ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon basisonderwijs, types 1, 2, 7, 8
De leerlingen
1. hebben een positieve houding tegenover ict en zijn bereid ict te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
2. gebruiken ict op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
3. kunnen zelfstandig oefenen in een door ict ondersteunde leeromgeving.
4. kunnen zelfstandig leren in een door ict ondersteunde leeromgeving.
Eindtermen voor het gewoon basisonderwijs en ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon basisonderwijs, types 1, 2, 7, 8
De leerlingen
1. hebben een positieve houding tegenover ict en zijn bereid ict te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
2. gebruiken ict op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
3. kunnen zelfstandig oefenen in een door ict ondersteunde leeromgeving.
4. kunnen zelfstandig leren in een door ict ondersteunde leeromgeving.