Leerlijn 20: Lengte
Classificeren volgens kwalitatieve en kwantitatieve eigenschappen
Kwalitatieve of kwantificeerbare eigenschappen die bij zichzelf, bij anderen, bij voorwerpen worden ervaren, verwoorden en daarbij begrippen als ‘lang, kort, hoog, laag, groot, klein ...’ gebruiken
- Beseffen dat die begrippen relatief zijn, bv. iets is slechts lang of kort in vergelijking met iets anders.
- Twee objecten vergelijken en classificeren, steunend op één kwalitatieve of één kwantificeerbare eigenschap, en daarbij begrippen als ‘lang, langer, even lang / kort, korter, even kort / hoog, hoger, even hoog / laag, lager, even laag ...’ hanteren (wsa, blz. 20, oef. 1)
- Meer dan twee objecten in twee groepen classificeren, steunend op één kwalitatieve eigenschap of op een combinatie van twee kwalitatieve eigenschappen
- Twee of meer objecten vergelijken en ordenen in toenemende of afnemende volgorde, bv. van klein naar groot
- Zelf strategieën ontdekken om objecten kwalitatief te vergelijken
- Ervaren en verwoorden dat sommige handelingen niets veranderen aan de grootte van dingen (conservatie) en andere wel
- Dingen gelijk of ongelijk maken op basis van een kwalitatieve vergelijking (bv. iets langer maken)